Coach Catch (C)Up #3

 

In aanloop naar de UniCredit Youth America’s Cup en de Puig Women’s America’s tunen we op (on)regelmatige basis even in met de coaches van JAJO Team DutchSail om te checken hoe het ervoor staat. Wat er speelt. Vandaag – dinsdag 26 maart – aflevering #3 met PieterJan Postma.

PieterJan hoe zagen de afgelopen twee weken eruit?

“We zijn de afgelopen twee weken heel veel bezig geweest in de simulator. Waarbij we het simulator programma aan ons eigen dataprogramma hebben gekoppeld. Zo hebben we nu meer dan 35 data punten die we in grafieken kunnen uitlezen. Op deze manier kunnen we nu heel duidelijk zien: ‘Hoe hoog moet je aan de wind sturen om zo snel mogelijk te gaan?’. ‘Hoe hoog moet de foil staan op een bepaald moment, met een bepaalde windkracht?’ ‘Hoe hard moet je door de wind sturen in bepaalde omstandigheden om zo optimaal mogelijk om de bovenboei te gaan.’ De uitkomsten van die analyse, integreren we in ons Playbook, zeg maar onze handleiding van workflows en procedure.

 

Daarnaast weten we dat de start straks in september tijdens de UniCredit Youth America’s Cup en in oktober tijdens de Puig Women’s America’s cup beslissend gaat zijn of je een wedstrijd wint of niet. Als je met deze AC40 boten niet voorop ligt bij de start heb je veel vuile wind. Dat is veel meer dan bij een gewone wedstrijd op de woensdagavond of in het Olympische zeilen, dat heeft te maken met de vorm van de zeilen op de boot. Dat betekent dat inhalen gewoon heel erg moeilijk is in dit type boten.

Wat maakt dan een goede start, dat zijn drie dingen:

1.     Dat je met de meeste snelheid over de lijn gaat.

2.     Dat, dat over de lijn gaan gebeurt op exact het juiste moment.

3.     Dat je laatste manoeuvre voor de start, als je aan het foilen bent, ook al op hoge snelheid is.

 

Dit wetende maakt de timing en de route van de start essentieel. In die wetenschap zijn we nu dus patronen aan het maken voor de start. Zodat het voor iedereen enorm duidelijk is wat er gaat gebeuren in verschillende situaties. Ook dat schrijven we weer op in ons Playbook. Zo zorgen we ervoor dat we zoveel mogelijk standaardiseren, waardoor de basis heel goed is. Dat geeft de mogelijkheid om nu per keer weer aan details te werken en straks, als het er echt om gaat, geeft dat hopelijk de gewenste ruimte waardoor we kunnen inspelen op wat er op het water om ons heen gebeurt.”

Wordt er door jullie ook nog daadwerkelijk in de boot gezeild?
“Zeker! We hebben natuurlijk onze vier Olympiërs: Bart Lambriex, Bjarne Bouwer, Odile van Aanholt en Annette Duetz. Die zeilen hun olympische programma en doen daarnaast zoveel mogelijk mee van met name het simulator programma. Maar ook met de rest varen we zeker nog op het water. Eigenlijk zitten we met die groep nu 60% van de tijd in de simulator en 40% op het water. Op het water is dat dan naast de eigen programma’s van sommige vooral in de 69F. Daar gaat het dan over het echt zeilen op het water. Dus het kijken naar de vlaag, naar het water en het gewoon blijven zeilen.

De simulator is onwijs waardevol maar het blijf een simulator. We moeten met de simulator zorgen dat we die AC40 in ons systeem krijgen en die boot straks blind kunnen bedienen. En daarnaast gaat het teamwork door al die uren, dagen en weken in de simulator echt omhoog. Maar uiteindelijk moeten we straks wel gewoon een wedstrijd zeilen. Daarbij is het gevoel belangrijk, moeten we ook buiten de boot kijken en omdat te blijven ontwikkelen dat is in dezen fasen ook zeker cruciaal. Dus dat moeten we niet vergeten en dat we ook zeker niet. Al met al ben ik blij met hoe het programma nu staat en het gaat echt de goede kant op.”